Lex, een ongelovige gymnasiast, gaat op grond van een denktest theologie als wetenschap studeren aan de VU. In een filmisch verhaal worden kaleidoscopische ervaringen beschreven die niet zozeer zijn eigenlijke studievak betreffen, maar die vallen onder het brede religieuze spectrum waarmee hij ook te maken krijgt, zoals een kerkdienst bij Ghanezen. Door zelf gekozen projectjes voert hij discussies met een afgezette rooms-katholieke priester in Florence, en met een oude hippie in Ibiza. Onder andere door diens bizarre uitspraken raakt hij in een diepe depressie.
Wanneer hij hiervan genezen is maakt hij zijn studie nog wel af maar wil niets meer met theologie te maken hebben. Dit bespreekt hij in diepgaande gesprekken met zijn opa. Hij ontdekt de neuro- wetenschappen en gaat die studeren in de VS. De roman wordt ook gekleurd door humor, muziek, seks en een constructivistisch kunstobject.
De auteur is chemicus en onderwijskundige.