In het derde boek van de "Bloedlijnen"-reeks, trekken de "ferari" naar Palmyra, in de Syrische woestijn, om de afgezanten van Dsjinghis Khan te ontmoeten, om te onderhandelen over een gemeenschappelijke oorlog om de Saracenen uit het heilige land te verdrijven.
In datzelfde heilige land krijgen de kruisvaarders slaag van de legioenen van Saladdin, de meester-veldheer.
Isabelle de Ste. Clair, echtgenote nu van Malcolm Reskine, wordt ontvoerd om aan de Khan als geschenk te worden gegeven.
De paus wordt vermoord en een nieuwe gekozen.
Phillippe le Bel denkt dat de nieuwe paus zijn snode plannen genegen is, verkeerdelijk...
De Grootmeester der Tempeliers roept de ferari ter hulp. Akko wordt belegerd door de Saracenen, en staat op het punt te vallen, en cruciale documenten en schatten moeten in veiligheid worden gebracht.
Malcolm gaat haar zoeken. Isabelle ontmoet de andere "godmothers", Sakhmet, Nila, Ulva en Lei.
De Khan wordt vermoord, en de verraderlijke Ogedei wil de vriendinnen in het graf ombrengen.
De bloedlijnen trekken hun onomkeerbare lijnen in de geschiedenis.