Dit boek beschrijft het levensverhaal van Jeanet Verdoorn-Janssen(1945). Jeanet had een moeizame jeugd. Ze kreeg een strenge religieuze opvoeding. Zij trouwde jong want zij was eenzaam. Haar huwelijk loste echter haar eenzaamheid niet op. Toen kwam Jeanet radicaal tot bekering. Jezus kwam in haar leven. Hij gaf haar een nieuw leven, niemand herkende haar nog. Helaas koos zij met haar man een verkeerde gemeente. Deze gemeente veranderde in een verschrikkelijke sekte. De prijs om deze sekte te verlaten was zeer hoog: haar man zette haar het huis uit en zij verloor daardoor ook haar kinderen. Ze kwam terecht in een psychiatrisch ziekenhuis en had daar opnieuw een geweldige ontmoeting met Jezus. Hij bracht haar naar een bijzondere Bijbelschool in Zweden en zond haar daarna uit naar vele naties. Jeanet reisde naar Roemenie, Hongarije, Schotland, Nigeria, India, Rusland, Letland, Estland, Sardinie en Suriname. Zij trouwde opnieuw. God leidde hen naar Suriname. God noemde haar: Mijn tweede Corrie ten Boom. Jeanet getuigt van vele wonderen in haar leven die de levende God verheerlijkt.