Dij de tweede tentoonstelling bij Van Zanten, in september 1943, ging het echter mis. De Duitsers vonden zijn werk deutschfeindlich en namen het in beslag, ook het werk dat hij in zij eigen atelier, op zolder van zijn ouders had. Volgens sommige bronnen werd erover gedacht om met een tentoonstelling deze Entartete Kunst aan de kaak te stellen. Zover is het echter nooit gekomen. De Haas werd op het politiebureau door de Sicherheits Dienst ondervraagd en verdween voor zes maanden in cel 26 van de gevangenis ‘Het Haagse Veer’ in het centrum van Rotterdam. In maart 1944 werd hij om onduidelijke redenen vrijgelaten. Hij zou zich moeten omscholen, wat inhield dat hij te werk gesteld zou worden in de vliegtuigbouwindustrie.