‘Ik besef nu pas hoe verdoofd ik altijd ben,’ verklaarde een van de deelnemers aan een
experiment dat filosoof Hans Schnitzler sinds 2016 met zijn studenten doet: een digitale
detox van een week. Inmiddels is, mede onder invloed van de coronacrisis, de gemiddelde
schermtijd steeds verder gestegen, nemen de zorgen over de verslavende werking van
een app als TikTok toe en woedt er een discussie over een landelijk smartphone-verbod
op scholen.
Zijn we inderdaad allemaal in smartphone-zombies aan het veranderen? En als dat zo
is, wat betekent dat dan precies? Worden we ongevoeliger, zijn we verslaafd, hebben
we minder aandacht voor elkaar? Staat de smartphone eigenlijk nog wel ten dienste
van ons, of staan wij ten dienste van de smartphone?
Voor Digitale detox, een herziene uitgave van Kleine filosofie van de digitale onthouding,
sprak Schnitzler met twintigers over hun detox-ervaring. Hun getuigenissen roepen
fundamentele en ongemakkelijke vragen op over onze verhouding tot de schermwereld.
Schnitzler neemt deze verhouding op filosofische wijze kritisch onder de loep.