Wanneer zijn vader Hans Roduin (1915-1989) vermist raakt bij zijn
dorp in Noord-Italië gaat zijn zoon Tom naar hem op zoek. Na de
vondst van het stoffelijk overschot ontrafelt de auteur het onbekende
verleden van zijn vader. Als jong dichter en theoloog weigert Roduin
dienst en zit hij anderhalf jaar vast in Veenhuizen. In de oorlog biedt
zijn antiquariaat d’Eendt in Amsterdam hulp aan Joodse onderduikers.
Zijn sociëteit Le Canard vormt in de jaren vijftig het centrum
van de artistieke avant-garde. Terwijl hij zich ontpopt tot vertaler en
vernieuwend dramaturg, volgt de bvd hem tot in de ddr. Hans Roduin,
wars van burgerlijkheid, trouwt vier keer.
Het bewogen pioniersleven van zijn vader brengt Tom Rooduijn
terug naar zijn eigen instabiele jeugd. De voorloper is behalve een
cultuurgeschiedenis ook een ontroerend dubbelportret.