Zeshonderd jaar geleden vond de Sint-Elisabethsvloed plaats,
een van de grootste watersnoodrampen uit de Nederlandse geschiedenis.
In de nacht van 18 op 19 november 1421 braken de
dijken door in de omgeving van Dordrecht: veel dorpen verdwenen
voorgoed in de golven.
Deze ramp leeft nog altijd voort in ons collectieve geheugen. De
verhalen over een overstroming van Bijbelse proporties vormden
de basis voor een rijke herinneringscultuur. Vanaf de vijftiende
eeuw hebben talloze schilders, schrijvers, prenten- en
kaartenmakers de ramp vereeuwigd.
Dit rijkgeïllustreerde boek gaat in op de mythevorming en de
culturele verbeelding van de ramp, beschrijft het ontstaan en
vergaan van dit Zuid-Hollandse landschap, en werpt een blik in
de toekomst van onze omgang met water.