Niemand is waterdicht is de bewogen biografie van een verzetsman, een Vijftiger en een
levenslange reiziger. Net als voor zijn vrienden Remco Campert en Lucebert was de
Tweede Wereldoorlog beslissend in het schrijversbestaan van Bert Schierbeek, zoals
blijkt uit zijn openhartige oorlogsdagboeken. Na de bevrijding tekende hij met het genredoorbrekende
Het boek Ik protest aan tegen de naoorlogse artistieke behoudzucht en
het politiek conservatisme.
Schierbeek werd niet alleen woordvoeder van de Vijftigers maar bezorgde zijn literaire
vrienden ook een platform: De Bezige Bij. Voor die uitgeverij is Schierbeek gezichtsbepalend
geweest als adviseur en bestuurslid. Zijn veelzijdigheid als schrijver is legendarisch:
hij schreef traditioneel proza, essays, toneel, poëzie én veel vernieuwend proza.
Schierbeek groeide op bij zijn grootmoeder in het Groningse Beerta en bij zijn vader in
het Twentse Boekelo. Begin jaren vijftig ontwikkelde zich een moeizame ménage à trois
met zijn vrouw Frieda Koch en de inwonende Lucebert. Het jaar 1970 werd een rampjaar:
zijn tweede vrouw Margreetje kwam bij een auto-ongeluk om het leven.