De economische crisis, de pandemie en de klimaatcatastrofe
hebben een deuk geslagen in ons (neoliberale) zelfbeeld als autonome
individuen. Overal klinkt de roep om meer ‘gemeenschapszin’.
Maar wat verbindt ons eigenlijk? Die vraag wordt meestal
beantwoord in termen van ‘normen en waarden’ of ‘nationale
identiteit’, en tegenwoordig zelfs onomwonden in termen van etniciteit
of ras.
Geïnspireerd door een breed scala aan kritische denkers, vindt
Thijs Lijster een alternatief in de traditie van het denken over de
zogenaamde commons, of meenten. De meenten zijn gedeelde
bronnen waar iedereen gebruik van kan maken zonder dat ze
iemands bezit zijn. Vroeger waren dat bossen of velden, maar
ook (wetenschappelijke) kennis, de openbare ruimte in de stad
of het internet kunnen als zo’n meent gezien worden.
Het kapitalisme bedreigt de meenten en verandert ze steeds
weer in (privé)bezit. Lijster laat zien waarom het van belang is
dat we cruciale aspecten van ons leven (zoals wonen, zorgen en
leren) niet als koopwaar behandelen, maar als meenten. Want
zonder meenten hebben we niets gemeen.