In een uithoek van het land, waar het platteland nog enigszins
standhoudt, brandt de oude vierkantshoeve van oom Daniel af.
In het puin wordt het lijk van de bejaarde boer aangetroffen. In
de daaropvolgende weken wordt een jeugdbende uit hetzelfde
dorp opgerold, die ervan verdacht wordt Daniel vermoord te
hebben.
De Stoop, geschokt door de dood van zijn oom, pleit zelf namens
de familie in de rechtszaak. Na het proces gaat hij nog een
stapje verder: hij gaat de confrontatie aan met de jonge daders.
In Het boek Daniel vertelt hij op aangrijpende wijze hoe twee
verschillende werelden samenkomen. Hij zoekt gerechtigheid
voor een oude boer voor wie niemand nog wil opkomen, maar
ontrafelt ook wat er broeit in hangjongeren die schijt hebben
aan alles en iedereen.