Jo werd wakker van haar huilende babytje op die vroege ochtend van 10 mei 1940 in Vlissingen. Toen hoorde ze geronk van vliegtuigmotoren en ratelende mitrailleurs.
Geen huis in Vlissingen bleef onbeschadigd door tientallen luchtbombardementen, artilleriebeschietingen, een dagenlange stadsoorlog bij de bevrijding en een langdurige inundatie. Haar bevrijders noemden de stad een ‘total loss’.
Jaap, de man van Jo, was bij de koopvaardij op zee toen de oorlog uitbrak. Als civiel zeeman kwam hij plotseling in geallieerde oorlogsdienst terecht en werd afgesneden van vrouw en kind in bezet Nederland. De belangrijkste bijdrage van Nederland aan de overwinning werd door haar omvangrijke koopvaardij geleverd. De prijs was hoog, de helft van de handelsvloot ging door oorlogsgeweld verloren.
In dit verhaal, opgetekend uit nagelaten brieven, maken we uitvoerig kennis met Jo en Jaap en hun families in het lang vervlogen havenstadje Vlissingen van ver voor de oorlog. De Eerste Wereldoorlog liet al diepe sporen na in hun prille levens. Ze genoten samen onbezorgde tijden, maar toen volgden de depressiejaren en dreigingen van buitenaf. Daarna rolde de grote wereldpolitiek over hen heen.