Fietsend door het oude landschap waar eens de Fivel stroomde, ontstond bij Harry van der Veen een grote interesse in het ontstaan van het oude rivierlandschap met zijn kronkelende sloten en hoogteverschillen. Toen hij op onderzoek uitging en naar antwoorden zocht, kwamen er steeds nieuwe onderzoeksvelden bij die uiteindelijk tot nieuwe inzichten over het landschap, maar vooral ook over de organisatie van het waterbeheer in het gebied leidden.
Eén van die nieuwe inzichten betreft het ontstaan van organisaties die zich specifiek met het waterbeheer bezighielden, zoals de schepperij en het zijlvest. In het Fivelgo van de 12e en 13e eeuw waren gebieden waarbinnen het waterbeheer werd geregeld gebaseerd op rechtstoelen. In de 14e eeuw wordt er in historische bronnen opeens melding gemaakt van specifieke waterbeheerorganisaties. Het waterbeheer moet dus zijn overgegaan van rechtstoelen naar die waterbeheerorganisaties. Hoe de overgang tussen deze beide vormen van waterbeheer kan hebben plaatsgevonden, wordt in dit werk uitgelegd.