De Parayanavagga, een verzameling vroeg-boeddhistische verzen, dateert uit de tijd voordat de Sangha, de monastieke orde, zich het legaat van de Boeddha manifest toe-eigende en zijn leerstellingen kordaat en rationeel uniformeerde tot een gestroomlijnde filosofie en dito religie. Het omvat de periode voordat de Dhamma geïntoxiceerd werd door allerlei sektarische modificaties.
De leerstellingen en opvattingen in deze pre-boeddhistische suttas wijken in niet geringe mate af van hetgeen later in de gecodificeerde doctrine opgeld maakte.
In deze suttas vinden we dus de denkbeelden van de oorspronkelijke 'spirituele zoeker’. Zij bevatten de authentieke zienswijzen van de man die later algemeen beschouwd werd als de grondlegger van wat we momenteel gemeenzaam ‘boeddhisme’ noemen.
De Parayanavagga biedt zo een unieke kijk op de originele denkwereld van Siddhattha Gotama. Dichter kan men niet bij de man komen. Deze verzen tonen wat de Boeddha wérkelijk leerde: de weg naar een ondogmatische en niet-sectaire Zelfrealisatie.