Victor Hugo is de zoon van de Boliviaanse sergeant die ‘Che’ Guevara heeft vermoord. Op zijn zeventiende koestert hij echter slechts één droom : in de voetsporen treden van de ‘Che’ en Amerika bevrijden van de Amerikanen. Zo wordt Victor Hugo lid van het Chileense ‘Patriottisch Front’, redt de door Mao geschonken lievelingsschelp van Pablo Neruda, neemt deel aan de aanslag tegen de Patriarch, alias Augusto Pinochet, en komt ten slotte in Havanna terecht, waar hij generaal Arnaldo Ochoa bijstaat. Na Ochoa’s executie wegens verraad keert Victor Hugo weer naar Chili maar wordt gearresteerd. Even later vlucht hij echter via een ondergrondse tunnel uit de oude stadsgevangenis van Santiago. Na vier jaar te hebben doorgebracht op Cuba, keert hij terug naar Chili maar wordt opnieuw gearresteerd. Dit keer wordt hij per helikopter bevrijd uit een extra beveiligde gevangenis. Op Cuba wordt hij door de Commandant, alias Fidel Castro, aangesteld tot bewaker van de Pilar, het legendarische jacht van Ernest Hemingway. Op zekere dag komt een dubbelganger van de Commandant hem vragen om hem naar Key West te varen waar voor het eerst de beste lookalike van de ‘Che’ zal worden verkozen.