Op beeldende en ontwapenende wijze schrijft Witte over breekbare persoonlijke gebeurtenissen. Opgroeiend in een troosteloze en onveilige omgeving moet hij afscheid nemen van twee belangrijke figuren uit zijn leven.
In alle eenzaamheid fantaseert hij over een nieuw leven. Ergens in de ruimte echoot 'Mensch, durf te leven!' Op tv zingt Doe Maar: 'Is dit alles?' Het zijn deze liedjes die de schrijver wekken en tot nieuwe keuzes dwingen.
Na een kort huwelijk besluit hij om zijn tweejarig zoontje alleen op te gaan voeden. Via een lange en intensieve zoektocht naar intimiteit en vertrouwen – en naar het kind in hemzelf – vindt hij na dertig jaar zijn eigen vader terug. De vraag is of hiermee de cirkel rond is, of dat de geschiedenis zich gaat herhalen.