In een ver verleden bedacht de mens goden, godinnen, halfgoden, engelen, duivels, demonen, djinns en andere virtuele wezens, in een poging om de wereld te begrijpen, te verklaren en te ordenen.
Veel godheden werden ‘naar het beeld en gelijkenis’ van de mens geschapen, fysiek en karakterieel, andere getuigen van veel verbeelding. Vaak weerspiegelen zij de leefomgeving waarin zij het licht zagen, en vele getuigen van universele menselijke angsten en bekommernissen.
Sommige evolueerden onder invloed van andere volkeren, andere ‘overleden’ en verdwenen weer als gevolg van de wedijver tussen de betrokken ‘volgers’ en ‘likers’.