Het is inmiddels 100 jaar geleden dat Rudolf Steiner de idee 'driegeleding' introduceerde. Hij benadrukte herhaaldelijk dat de driegeleding van het sociale organisme absoluut noodzakelijk is voor de toekomst van onze samenleving, omdat we anders onvermijdelijk de cultuurdood en de sociale chaos tegemoet gaan. Kernpunt is de noodzakelijke verzelfstandiging van het culturele leven (gebaseerd op vrijheid), het sociale- of rechtsleven (gebaseerd op gelijkwaardigheid), en het economische leven (gebaseerd op broederschap). Hij heeft zich destijds voor de realisatie daarvan tot het uiterste ingespannen, maar ondervond veel onbegrip. Dat doet echter aan de betekenis ervan niets af. Een belangrijk onderdeel van de sociale driegeleding is het onderscheid tussen koopgeld, leengeld en schenkgeld. Dit boekje werkt dit onderscheid nader uit en komt met een uitgewerkt voorbeeld hoe e.e.a. in de praktijk kan worden toegepast. Met name v.w.b. de inrichting en het gebruik van de balans en de resultatenrekening. Dit levert enkele opmerkelijke inzichten op. Toepassing heeft onder meer grote gevolgen voor de aandelenhandel, de huidige vermogens- en inkomensverdeling en het werkgebied van de banken.