Hoe kan het dat twee briljante en ervaren natuurkundigen, ieder voor zich voor de aard van het licht een theorie formuleerden die ogenschijnlijk geheel met elkaar in tegenspraak leken te zijn?
De golftheorie van Christiaan Huygens en de deeltjestheorie van sir Isaac Newton verschilden ogenschijnlijk zó van elkaar, dat dit vraagstuk de wetenschappelijke wereld nog zeker tweehonderd jaar zou bezighouden. Dit boek bevat het relaas van de zoektocht naar het antwoord op deze intrigerende vraag. Zou de oplossing verborgen liggen in hun karakters of hun onderlinge relatie? Of zou deze toch gevonden moeten worden in ál het onderzoek dat sindsdien is verricht en waarbij dán weer de ene, dán weer de andere theorie als de enige ware werd uitgeroepen. Huygens en Newton hebben hun visie op het verschijnsel licht vastgelegd in hun boeken Traité de la lumière en Opticks. Beide boeken bevatten echter zóveel meer dan alleen maar hun gedachten over de aard van het licht. Dit boek bevat daarom van beide boeken een nadere uitleg. Want het zou jammer zijn als ál die andere informatie onbelicht zou worden gelaten.