De ouders van Betje nemen in 1925 een kruidenierszaak over in Koudekerke. Betje beschrijft het dorpsleven door kinderogen. Ze is de zevende in een gereformeerd gezin met tien kinderen. Als de Duitsers Walcheren aanvallen en er vluchtelingen uit Vlissingen door de dorpsstraten trekken, komen de eerste barsten in Betjes onschuldige leventje. In 1944 volgt rampspoed op rampspoed. Betjes vader en broer worden door NSB'ers opgepakt. Kort daarna wordt Walcheren gebombardeerd en vanaf zee beschoten. Koudekerke komt midden in de vuurlinie te liggen. Zeewater stroomt de winkel in. Zullen ze het overleven? En waarom horen ze niks van Vader en Joost, die gevangen zitten in Kamp Amersfoort?
Betje, de zevende van de kruidenier is een toegankelijk boek voor iedereen die wil weten hoe het leven op Walcheren was voor en na de Tweede Wereldoorlog.