Er is grote nood aan een gans andere kijk, aan een op gezond verstand gebaseerde benadering die niet in strijd heet met de dagelijkse feiten. In zijn essays laat de auteur naast zichzelf ook nog een veelheid van stemmen aan het woord die uitleggen waarom het bestaan van het ego als een entiteit die los staat van elke vorm van leven, niet kan worden aangetoond. Het is aan de lezer om dergelijke inzichten van een wezenlijke verbondenheid met de wereld aan zijn eigen bevindingen te toetsen, en daarmee in te zien in hoeverre het ego al dan niet een begoocheling is. Volgens de auteur gaat het individuele leven, eenmaal de juiste conclusie getrokken zijn, dan ook niet langer over strijd, wording of geestelijke groei, maar over de nodige intensieve aandacht voor de ogenblikkelijke gewaarwordingen, - de enige menselijke activiteit die niets vooropstelt, niets pretendeert, niets heiligt, maar juist daardoor het predicaat ‘religieus’ verdient, evenwel zonder dat daartoe ook maar enige behoefte aan zou bestaan.