Tijdens de reizen van december 1884 tot december van het jaar daarop reist Edouard als scheepsarts naar Philadelphia en vervolgens naar Madeira, Rio de Janeiro, Montevideo en Buenos Ayres. Voorafgaande maakt hij een reis door Holland en bezoekt Rotterdam, Leiden, Amsterdam, Harlingen en Groningen ter voorbereiding van zijn Amerika-avontuur. De in de dagboeken opgetekende tekst legt de basis voor de roman, die gelardeerd is met mijn eigen ervaringen bij de Koopvaardij, 51 jaar geleden. De dagboeken geven een weerspiegeling van de economische en sociale verhoudingen in de wereld in die periode. Het verhaal tekent een bedreven medicus die nooit zei “Ik dien” maar hij deed het overal en altijd en verdeelde zijn tijd tussen zijn zieken en zijn gezin. Zijn werk en het aandenken aan een integere, goede man, een zeer kundig geneesheer en een groot mens blijft bij allen die hem gekend hebben.
Na het lezen, herlezen en bewerken van zijn dagboeken kan ik niet anders dan tot dezelfde conclusie komen.
De mens Edouard Remouchamps was een bijzonder mens. Ik ben er trots op één van zijn achterkleinzonen te zijn en dezelfde naam te mogen dragen.