Nadat ze in de steek gelaten zijn door hun man, besluiten twee vrouwen om met hun twee kindjes hun dorp te verlaten. Armoede, droogte en oorlog dwingen hen daar toe. Ze weten niet waar ze naar toe zullen gaan, maar alles is beter dan in hun dorp te blijven.
Toch merken ze na enige tijd dat ze gevolgd worden. Als ze een klein eindje in het bos zijn, gaat Jamila gewapend met het mes terug naar de rand. Ze gaat alsof ze niets vermoedt tegen een paar stenen zitten, en doet alsof ze slaapt. Plotseling staat één van de mannen bij haar, en probeert haar aan te raken. Met een flinke houw steekt ze met het mes in zijn been. Kermend rent hij weg, waarop ook de tweede verschijnt. “Ik zal je krijgen heks”, schreeuwt hij, maar ook hij krijgt een getergde vrouw te zien die om zich heen slaat met het mes en hem in zijn arm raakt. Het bloed spuit er uit. Voordat ze het in de gaten hebben vlucht Jamila het bos in. Weg van die ellende, maar de angst zit diep in haar. Als ze bij Safya komt, is het haar te veel en ze vertelt na aandringen wat er gebeurd is.