Het timmer-aannemingbedrijf van de familie Coelewij werd vóór 1766 opgericht en is tot 1956 in Amsterdam werkzaam geweest.
De voornaamste activiteiten van het bedrijf waren onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en huizen. Tevens werden er in de 18-de eeuw beleggingspanden aangekocht en verhuurd. In het begin van de negentiende eeuw werd een afdeling meubelproductie aan het bedrijf toegevoegd. Later vanaf het midden van de negentiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw werden door het bedrijf verschillende huizen en pakhuizen ontworpen en gebouwd. In 1887 werd door huwelijk een metselbedrijf in de zaak opgenomen
Als nevenactiviteit werd vanaf het midden van de negentiende eeuw overeenkomsten afgesloten voor inboedel- en bedrijfsvoorraden verzekeringen en werden er in de rol van makelaar, huizen van derden verhandeld.
De bloeitijd van het bedrijf lag in de periode 1820-1920vooral dank zij langlopende contracten met de Gemeente en de Katholieke Kerk voor het onderhoud van hun grote gebouwen als het ziekenhuis, het Maagdenhuis en de Mozes en Aaronkerk. Het bedrijf heeft in totaal 11 eigenaren gekend(allen Coelewij’s) waarvan 2 vrouwen (weduwen van Coelewij's)