Soms loop ik ergens en dan gebeurt er niet veel. Dat komt eigenlijk best vaak voor, maar het voelt toch wel goed. Dan komt er op zo’n gezapige zomerdag een mooie compositie voor mijn lens en ik druk af omdat het er goed uit ziet. En dan ontstaat de noodzaak om mijn gedoodverfde omslag te verbinden met de inhoud van mijn boek. Plotseling bevat die werkelijkheid dan een persoon die schrijft.
En ik ben niet de enige. Dagelijks heb ik te maken met anderen die schrijven en beelden maken, in een poging de werkelijkheid naar hun hand te zetten. En dat wordt dan onderdeel van de werkelijkheid die ik beschrijf. Wanneer ik dat een tijdje volhoud heb ik weer een boek op mijn naam staan. En dat voelt best goed, het zou zomaar kunnen dat iemand zo’n boek leest en het de moeite waard vindt.
Maar het zou ook best kunnen dat iemand besluit een vakantiereisje te boeken of in de tuin te gaan werken. En daarnaast heb ik natuurlijk ook te maken met de concurrentie van diverse biermerken en telefoons. Afgeronde gehelen van precies tweehonderd woorden kort. Dat is mijn bijdrage aan relatief minder waardeloze rommel op deze wereld.