De schrijver vertelt over zijn ervaringen op een vrachtschip van een Rotterdamse rederij, in de jaren 1954 en 1955. Er is veel veranderd in de scheepvaart; de bemanningen zijn in aantal gekrompen. Vaak bestaat de bemanning uit verschillende nationaliteiten. De navigatie is gemakkelijker geworden en de accommodatie is gerieflijker. De verbinding met het thuisfront is nu zo veel beter.
Deze zeeman had nu eenmaal voor dit beroep gekozen en er was eigenlijk geen weg terug. Maar juist omdat hij in het schip zat en mee moest varen, leerde hij door te zetten en nu hij, na 42 jaren varen, gepensioneerd is, wil hij vooral deze allereerste reis aan de lezer verhalen omdat hij weet hoe vaak mensen ook aan hun zeereizen met weemoed terugdenken.
Voor hen die denken aan een loopbaan op zee, is het wellicht een kleine handleiding voor wat hen te wachten staat. De oceanen, de vreemde landen, het interessante werk, de kameraadschap die op lange reizen kan groeien. En helaas ook de minder prettige mensen die je een reis lang niet kunt omzeilen.