Deze soepel lezende kroniek schetst het leven van Toon Loogman en dat van zijn vader en grootvader. De verhalen geven een mooi inkijkje in het dagelijks doen en laten van bewoners van Osdorp, Sloten en Badhoevedorp aan de rand van Amsterdam, in de periode van 1840 tot 1968.
De schrijver, zoon Jan Loogman, gaat in archieven en via interviews op zoek naar de vader die voor hem als jongen deels onbekend was. De speurtocht levert nieuwe informatie op. Over de drooglegging van het Haarlemmermeer; een opa die rond 1910 berooid naar Duitsland vlucht; het roomse verenigingsleven waarin Toon floreert; Toon in de rol van schillenboer, vaardig bestuurder, getalenteerd toneelspeler, familieman en groentehandelaar; de opkomst van televisie en de oprukkende grote stad.
Stap voor stap vindt de schrijver puzzelstukjes die samen een andere vader vormen dan hij zich als jongen had ingebeeld.