In oktober 2017 werd het Stedelijk Museum getroffen door een bestuurlijke crisis. De directrice Beatrix Ruf werd door NRC Handelsblad beschuldigd van belangenverstrengeling omdat zij verzamelaars zou hebben bevoordeeld en zelf tijdens haar directeurschap ongeoorloofde neveninkomsten zou hebben genoten. Onder druk van deze publiciteit verlangde de Raad van Bestuur van het Museum haar aftreden en trad zij terug. Later onderzoek door een onafhankelijke commissie wees uit dat deze beschuldigingen niet terecht waren. Toen kwam aan het licht dat de Ondernemingsraad van het Museum haar al voor deze beschuldigingen dwarsboomde en haar niet terug wilde.
Dit boek laat zien dat deze crisis voortkwam uit structurele oorzaken. Het traceert de geschiedenis van de verzelfstandiging van dit museum, de kostbare renovatie en de organisatorische structuur van ‘zelfstandige’ musea in het algemeen en het Stedelijk in het bijzonder. Het laat zien dat er veel fout zat en zit. Tegen deze achtergrond reconstrueert het nauwkeurig het verloop van de ‘affaire Ruf’. De conclusie is dat er teveel zaken zijn die in de doofpot dreigen te verdwijnen.