In 1974 starten twintig jonge mensen met hun werk in een nieuw team van de recent gevormde Schoolbegeleidingsdienst te Amsterdam. Zij krijgen als hoogste prioriteit de bestrijding van de onderwijsachterstanden van arbeiderskinderen, speerpunt van het onderwijsbeleid van de CPN-wethouder onderwijs. Idealistische gevoelens en hoge verwachtingen, stoelend op opvattingen en sfeer uit de jaren 60 en 70, voeren de boventoon.
Vincent en Joost zijn twee teamleden van het eerste uur die met enige scepsis tegen het werk aankijken en toch lang bij de dienst blijven. Dat is ook hun tragiek; hebben ze niet voor een te gemakkelijke weg gekozen? Door Vincent en Joost te volgen ontstaat het verhaal van Vluchtige Stof. Aan het eind van de periode van zo'n 35 jaar zijn, na een reeks van komische, beschamende en tragische gebeurtenissen en ontwikkelingen, het werk en privéleven ingrijpend veranderd. Hoe kijken de personages terug op die lange periode van hun leven?