'Maankoekjes van eigen deeg' schetst de belevenissen van anderhalf jaar wonen en studeren in Xinjiang in noord west China. Een gebied dat van oudsher tot de verbeelding spreekt en waar weinig mensen uit eigen ervaring een beeld over kunnen vormen.
Door participerende observatie zijn de verhalen ontstaan over studeren binnen een Chinees onderwijssysteem, studentenleven op de campus, een bestaan opbouwen in een omgeving waar alleen Chinees (en Russisch) gesproken wordt. Over vriendschappen en behulpzaamheid en over cultuur(verschillen) die tot komische en pijnlijke situaties leiden.
Het boek gaat ook en vooral over Xinjiang, de autonome Uyghur regio op de grens van China en Centraal Azie. Het beschrijft de geschiedenis, de economische en demografische ontwikkelingen, het belang van deze regio voor heel China, de geopolitiek richting Azie en het midden oosten. Antropologenverhalen gaan natuurlijk over de mensen die er wonen; Han Chinezen, Uyghuren, Kazakhen, Kyrgyzen en vele anderen. Hoe zij apart- en samenleven en van hun toekomst dromen. Het beeld is subjectief en genuanceerd; de liefde voor Xinjiang en de mensen die er wonen klinkt in alles door.