De upanishaden vormen een kostbaar aspect van de Vedische literatuur uit India. Volgens de Muktikaa Upanishad zijn er 108 upanishaden, waarvan de tien belangrijkste: de Isha, Kena, Katha, Prashna, Mun.daka, Maan.duukya, Taittiriiya, Aitareya, Chaandogya en Br.hadaaran.yaka upanishad. Traditioneel werden de upanishaden van leraar op leerling overgedragen. Upa-ni-shad betekent â neerzitten bijâ . De upanishaden richten zich vooral op de ultieme realiteit van het bestaan; ze drukken de volle glorie van het Zelf uit, dat eenmaal gewonnen niets anders nog te winnen overlaat. De upanishaden brengen in boeiende verhalen tot uitdrukking dat op het hoogste niveau van menselijke ontwikkeling de ware aard van het Zelf, atman, het geheel is, het geheel van de natuurwet, brahman. Vanuit dit niveau van ervaring gezien is iedereen en alles even nabij en dierbaar als ons eigen Zelf; men vloeit in universele liefde, die iedereen en alles voedt.