In dit proefschrift worden verschillende rechtsfiguren behandeld die betrekking hebben op vernietiging van overeenkomsten. Eerst komen historische rechtsfiguren aan bod, daarna hedendaagse. Vroeger waren overeenkomsten vernietigbaar als ze ongelijkwaardig waren, tegenwoordig als ze onder invloed van een wilsgebrek zijn tot stand gekomen. Controle op de gelijkwaardigheid van overeenkomsten geldt in onze tijd als paternalistisch, omdat daarbij aan een algemene opvatting over gelijkwaardigheid de voorrang wordt gegeven boven het specifieke waarde-evenwicht dat partijen in hun overeenkomst hebben vastgelegd. Het vernietigen van een overeenkomst op grond van een wilsgebrek geldt niet als paternalistisch. In dit proefschrift wordt gewezen op de samenhang tussen vroegere en hedendaagse rechtsfiguren en op de samenhang tussen vernietiging van overeenkomsten op grond van ongelijkwaardigheid en vernietiging van overeenkomsten op grond van een wilsgebrek.