In ‘De Arabische veroveringen’ vertelt Justin Marozzi hoe de Arabieren na de dood van Mohammed in 632 tot de ineenstorting van het kalifaat in 750 een rijk veroverden dat bijna zo uitgestrekt was als eerder dat van Rome. Op het hoogtepunt omvatte het Arabië, Syrië, Perzië, het huidige Pakistan, Egypte, de Maghreb en Iberië. De culturele bloei van het jonge islamitische rijk maakte het een van de meest verfijnde beschavingen ooit. Kunsten en wetenschappen floreerden. Tegelijkertijd werd daarvoor een hoge prijs betaald.