‘De bus uit Mostar’ van GerBen van ’t Hek en Rens Lieman begint in mei 1992. Een groep jonge handbalsters, tieners nog, neemt in de schilderachtige stad Mostar plaats in de spelersbus. Om een toernooi in Nederland te spelen, denken ze. In werkelijkheid is het een gevaarlijke, door hun coach georkestreerde vlucht. Eenmaal in Nederland valt het contact met thuis weg. Terugkeren naar Mostar kan niet. Daar komen familie, vrienden en buren steeds meer tegenover elkaar te staan in een etnisch gemotiveerde oorlog. In het Noord-Hollandse Oosterblokker klampen de jonge handbalsters zich met al hun verschillende etniciteiten stevig aan elkaar vast.
Ze groeien ze op in gastgezinnen. Weken worden maanden. Maanden worden jaren. Kunnen ze ooit nog terug naar huis? In ‘De bus uit Mostar’ reconstrueren GerBen van ’t Hek en Rens Lieman hun verhaal, dat de recente geschiedenis van het voormalig Joegoslavië na Tito een menselijk gezicht geeft.