Dit boek gaat over enkele bijzondere types keramiek die tussen 1891 en circa 1914 werden vervaardigd bij de Delftse keramiekfabriek De Porceleyne Fles, en die kunnen worden gerekend tot de meest interessante representanten van de oplevende keramiekproductie van rond 1900 in Nederland. Het gaat over sierkeramiek en architectonisch keramiek met als benamingen: Berbas, Reflet métallique, Jacoba, porselein biscuit en sectiel. De Porceleyne Fles verwierf met deze vernieuwende types keramiek een pioniersrol en wordt daarom terecht aangemerkt als de kraamkamer van een tijdperk van innovatie in de Nederlandse keramieknijverheid tussen circa 1890 en 1914.
De inhoud is gebaseerd op een lange periode van verzamelen en onderzoek in archiefbronnen, om tot een meer nauwkeurige beschrijving te komen dan het geval is in de eerder verschenen publicaties over de producten van De Porceleyne Fles van na 1876.
Dit boek gaat niet alleen over sierkeramiek, maar ook over architectonisch keramiek ofwel bouwkeramiek. De reden van deze combinatie is dat bij De Porceleyne Fles zowel de technische, alsook de esthetische ontwikkeling van beide producten parallel verliepen, met onderlinge kruisbestuiving. Om een goed begrip te krijgen van het waarom en het ontstaan van deze nieuwe types keramiek is om die reden uitgebreid onderzoek gedaan in de bewaard gebleven documenten die afkomstig zijn uit het technisch laboratorium van de fabriek. Daaruit is gebleken dat daar in de periode vanaf circa 1890 voortdurend werd gekeken naar zowel de toepassingsmogelijkheden voor sierkeramiek als voor toepassing in de bouw.
Hierdoor biedt dit boek een verdieping op wat al bekend was uit eerdere publicaties. Door beide toepassingsgebieden in samenhang te beschouwen, ontstaat bovendien een beter beeld van het veelzijdige karakter en de kwaliteiten van de belangrijkste aan de fabriek verbonden ontwerper in deze periode, Adolf le Comte.
Ook wordt, op basis van nieuw ontdekt archiefmateriaal, ingegaan op de rol van de personen die verantwoordelijk waren voor de totstandkoming van dit bijzondere keramiek, namelijk (in chronologische volgorde): Adolf le Comte, Abel Labouchere, Gerrit Offermans, Heinz Mauser sr., Lambert Bodart, Wouter Oosterloo en Heinz Mauser jr.
Op basis van veel nieuwe feiten wordt duidelijk dat Gerrit Offermans in 1892 een zeer bijzonder type lusterglazuur had ontwikkeld, waarmee De Porceleyne Fles op een lijn kan worden gesteld met andere toonaangevende producenten van dit type keramiek aan het eind van de 19de eeuw, zoals Théodore Deck, Pierre Clément Massier, William de Morgan, enz.
In aparte bijlages wordt uitgelegd hoe de in dit boek besproken voorwerpen op basis van de vaak mysterieuze fabriekscodes kunnen worden gedateerd.