De ene dag word je uit je bed gebeld om de verdachte van een moordzaak te ontmoeten, de volgende sta je in de rechtbank voor de verdediging van een drugsbaron, om daarna nog even binnen te wippen in de gevangenis voor een babbel met een gedetineerde. En ondertussen moet je ook nog eens zorgen dat je niet met je hakken over je toga struikelt… Weinig beroepen spreken zo tot de verbeelding als dat van een strafpleiter, en weinig strafpleiters kunnen hun dagelijkse belevenissen zo sappig navertellen als de Kempense 'leading lady' Romy Geysen. Ondertussen 15 jaar werkt ze als een van de weinige vrouwen in het strafrecht, waar ze niet alleen haar cliënten, maar ook zichzelf soms stevig moet verdedigen tegen de clichébeelden./p> Al net zo verslavend als de vorige boeken in de dagboekreeks, maak je in Romy's verhalen kennis met een diverse stoet aan cliënten en hun vele kleinmenselijke kantjes. Van pechvogels die op onfortuinlijke wijze in aanraking kwamen met de criminaliteit, tot doorwinterde beroepscriminelen die politie en justitie graag in het harnas jagen. Tussendoor laat Romy ons ook binnen in haar eigen gedachten en zien we haar groeien van een jong, bij momenten naïef groentje tot een zelfverzekerde strafpleiter.