Mag een universiteit een spreker met extreme standpunten uitnodigen? Mogen enkel zwarte mensen het werk van een zwarte auteur vertalen? Is het verstandig dat een wetenschapper zaken verzwijgt om paniek te vermijden? En mogen we met alles lachen, zelfs als we denken dat de microfoon uitstaat? Vrijheid van meningsuiting was lang de verlichte vrijheid bij uitstek. Ze liet auteurs toe om oneerbiedig uit te halen, onbevreesd voor God of gebod. Ook al was die vrijheid nooit helemaal onbeperkt. In recentere tijden heeft de samenleving meer aandacht gekregen voor de schaduwzijden van die ruime expressievrijheid. Moet alles wat gezegd kan worden écht gezegd worden? Moet het recht niet strenger zijn in de beteugeling van misbruiken? En moeten we als samenleving niet kordater optreden tegen lui die feitenvrij polariseren? In deze bundel met scherpe essays gaat Koen Lemmens op zoek naar het belang van de vrijheid van meningsuiting in een democratische samenleving. Zijn basisstelling: een klimaat waarin men vrij kan spreken is altijd te verkiezen boven een waarin men bevreesd moet zijn voor de gevolgen van zijn woorden.