Het is voor vrouwen nooit gemakkelijk geweest om door te breken in de kunstwereld. Kunsthistorica Christiane Struyven brengt het verhaal van 50 kunstenaressen van 1850 tot nu. Zij situeert de vrouwen in vijf hoofdstukken in hun socio-maatschappelijke en culturele context. In het Parijs van 1850-1900 zijn knappe vrouwelijke impressionisten aan het werk, tussen 1900-1940 maken top-avant-gardisten zich verdienstelijk in Berlijn, Moskou en New York. Tussen 1940-1970 zijn dan weer abstract expressionisten in New York actief, en nog steeds in New York explodeert even later, tussen 1970-1990, de feministische kunst. Tenslotte is er de geglobaliseerde kunst met topkunstenaressen vanaf 1990. Het gaat van Rosa Bonheur tot Jenny Saville, en van Dora Maar tot Kimsooja en Kara Walker.