Outreachend werken kent vandaag een grote bloei. Steeds meer dienst-, hulp- en zorgverleners verlaten hun bureaus om buiten de muren van de organisatie met de meest kwetsbare mensen aan de slag te gaan: mensen met een beperkt sociaal netwerk die vaak tussen de mazen van het net vallen binnen de 'klassieke hulpverlening'. Door te werken in hun leefwereld kunnen het aanbod en de werking beter aansluiten bij hun specifieke context en behoeften en kan de drempel naar het vragen van ondersteuning worden verlaagd. Er is immers meer nodig dan hulpverlening alleen. Deze manier van werken vinden we terug in het algemeen welzijnswerk, het jeugd(welzijns)werk, de geestelijke gezondheidszorg, de verenigingen waar armen het woord nemen, samenlevingsopbouw, de drughulpverlening, de OCMW's, de dienstverlening vanuit steden en gemeenten, enz. Met outreachend werken lijkt sociaal werk terug te keren naar zijn roots, dicht bij de mensen, in hun eigen leefwereld. Outreachend werken is echter een begrip dat vele ladingen dekt. Er rijzen heel wat vragen en bedenkingen bij de specifieke invulling in de praktijk. In dit boek staan de auteurs stil bij de vraag wat outreach is, wat de outreacher moet kunnen, welk mandaat hij heeft en hoe hij dat in de praktijk kan brengen. Dit handboek vormt een neerslag van drie jaar praktijkonderzoek en praktijkontwikkeling.
Het is bedoeld als inspiratiebron en als leidraad voor elke beginnende en geroutineerde outreach werker.