Jongeren met een taalontwiikkelingsstoornis (TOS) hebben grote problemen met het uiten en begrijpen van taal. Dit is van invloed op het schoolse presteren, op de stage en in de praktijk.Jongeren ondervinden niet alleen problemen m.b.t. het leren, maar ook op het gebied van sociale contacten en in de interactie. Een grote groep leerlingen komt na het praktijkonderwijs of het (v)mbo moeilijk aan een betaalde baan.Welke hulpvragen hebben deze leerlingen, maar ook de docenten en begeleiders?