Groene magie beschrijft de folklore en magische eigenschappen van meer dan vierhonderd planten. Het boek behandelt niet zozeer de moeilijk verkrijgbare, esoterische plantensoorten als wel veel oude bekenden: uien,
cashewnoten, appels, rijst en sla, maar ook dille, basilicum, venkel, knoflook en peterselie. Van elke plant worden de populairste volksnaam, de Latijnse benaming, andere veelgebruikte namen, de aan de plant toegedichte krachten en de magische toepassingen beschreven. Een verklarende woordenlijst en uitgebreide tabellen waarin namen en gegevens eenvoudig kunnen worden opgezocht, maken Groene magie tot een waardevolle, praktische gids.