De Joodse bokser Leen Sanders (Rotterdam, 1908) werd samen met Bep van Klaveren beschouwd als een van de grootste Nederlandse bokstalenten van begin vorige eeuw. Hij had al internationaal faam gemaakt toen hij op 11 januari 1943 met zijn gezin via Westerbork naar Auschwitz werd gedeporteerd. Zijn vrouw en twee zoons, acht en tien jaar oud, werden meteen na aankomst vermoord. Leen ontsnapte aan de gaskamer nadat een ss’er de bokser herkende. Op voorwaarde dat hij wedstrijden zou boksen in het kamp, ter vermaak van nazikopstukken, werd hij tewerkgesteld in de keuken. Twee jaar lang wist Leen zo niet alleen zichzelf in leven te houden, maar ook veel van zijn medegevangenen, door voedsel en kleding te stelen en die te verdelen onder de allerzwaksten. In De bokser van Auschwitz vertelt Erik Brouwer, gebaseerd op uitgebreide research, het ongelooflijke levensverhaal van een echte oorlogsheld.