Op 14 augustus 1941 werd in Auschwitz de Poolse monnik Maximiliaan Maria Kolbe vermoord. Nadat hij jarenlang in Nagasaki onderdrukte christenen had geholpen, vestigde hij zich in Polen, waar hij onderdak bood aan vluchtelingen en de grootste uitgeverij van Polen leidde. Dit laatste wekte de toorn van de nazi’s: in 1941 werd hij naar Auschwitz overgebracht. Toen daar een medegevangene ter dood werd veroordeeld, bood Kolbe in ruil zijn eigen leven aan. Zijn verhaal werd de belangrijkste inspiratiebron voor twee Japanse mannen, Tōmei Ozaki en Masatoshi Asari, die hun leven wijdden aan de strijd voor menselijkheid en gerechtigheid. In De martelaar en de rode kimono verweeft Abe de levens van deze drie mannen tot een diep ontroerend en inspirerend verhaal.