Alle Nederlanders en Vlamingen die in dit boek beschreven worden, hebben een onconventioneel, excentriek of mysterieus leven geleid in het buitenland. Hun avontuurlijke bestaan leidden zij uit vrije wil, soms tegen wil en dank. Zij waren arts of kunstenaar, werkten in de handel of werden simpelweg gegijzeld. Velen zijn redelijk onbekend in de Lage Landen, doch zij leven voort in het collectieve geheugen in het land waar zij verbleven.
Kent u de broers Lacloche uit Maastricht die aan het begin van de 20e eeuw een van de grootste juweliers zijn in Frankrijk? Helaas gaat de firma failliet omdat de laatste telg gokverslaafd is. De echtgenote van de Utrechtse kolonel Jan Willem Hessing laat in 1803 in Agra, India een kleinere kopie van de Taj Mahal voor haar man bouwen. De Zeeuw Johannis de Rijke werkt van 1872 tot 1903 als waterbouwkundige in Japan en verbetert de havens van Tokio en Osaka. In 1731 vaart Maria ter Meetelen terug naar Holland, maar het schip wordt gekaapt door piraten uit Salé en Maria zit 17 jaar lang vast in Marokko. Stuk voor stuk leven zij: bizarre levens in het buitenland.