De man die dood moest is de spraakmakende biografie over een intelligente crimineel. Een keihard verhaal over drugs, de IRT-affaire, liquidaties, witwassen, geld en verraad. Amsterdammer Ronald van Essen is eind jaren tachtig multimiljonair door de hasjhandel. Maar hij wil meer.
Van Essen wordt de spil in een xtc-bende die begin jaren negentig uitgroeit tot de grootste xtc-producent van Europa. Binnen enkele jaren tijd worden honderden miljoenen omgezet. Zijn drugsgeld brengt Van Essen naar zijn boezemvriend, makelaar Willem Endstra. Deze investeert het in vastgoed. En dan gaat het mis. Van Essen loopt tegen de lamp en verdwijnt voor twaalf jaar achter de tralies. Tijdens zijn detentie wordt de uiterst lucratieve xtc-handel voortgezet met de gevreesde 'Amsterdammers' Stanley Hillis, Robert Mink Kok en Jan Femer.
In 1999 wordt Van Essen tijdens zijn kerstverlof neergeschoten. Op miraculeuze wijze overleeft hij deze liquidatiepoging. Als hij uit zijn coma ontwaakt blijkt al zijn bij Endstra geparkeerde geld te zijn verdwenen. Waar zijn die ettelijke miljoenen gebleven? En wie zit er achter de mislukte moordaanslag? De aanslag op Van Essen is het begin van het einde voor Willem Endstra, ‘de bankier van de onderwereld’. Wat volgt is een ongekende gangsteroorlog in de hoofdstad. Kopstukken Cor van Hout, Sam Klepper, John Mieremet en ook Endstra zelf worden genadeloos geliquideerd.
In de herfst van zijn leven verbreekt crimineel Ronald van Essen zijn stilzwijgen. Hij wil met dit boek een streep onder zijn verleden zetten en spaart niemand.
Julian Pater (1973) is onderzoeksjournalist. Voor persbureaus Novum Nieuws en Zoomin.tv volgde hij o.a. het Passage-proces en het Vandros-proces. Momenteel werkt hij als freelancer voor o.a. De Telegraaf.