Als schooljongetje raakt Bert Voskuil bij zijn eerste museumbezoek ongestraft een echte Rembrandt aan. Sindsdien is hij besmet met het kunstvirus. Gedurende zijn hele leven blijft hij daarna, als hij met vrienden of vriendinnen een museum bezoekt, vertellen over de schilderkunst die hem zo mateloos boeit.
Waarom stond de Nederlandse ambassadeur poedelnaakt in het atelier van schilder Kees van Dongen? Waarom sloeg verzetsvrouw Riet een schilderij stuk op het hoofd van Cobra-schilder Karel Appel? En waarom kocht biermagnaat Freddie Heineken een schilderij van Carel Willink, pas nadat hij zeker wist dat zijn schemerlamp er goed bij kleurde?
Op al deze vragen geeft Bert Voskuil een antwoord. Daarbij nodigt hij museumconservatoren uit hun mooiste anekdotes te vertellen. Ook andere kunstkenners, zoals Kunststof-presentator Frenk van der Linden, kunstenaar Rob Scholte en kunstdetective Arthur Brand, lepelen hun beste schilderkunstamuses op. En passant vertelt Voskuil over zijn bizarre ontmoetingen met Jeff Koons in Yab Yum en met Corneille in Le Garage.
De leukste, meest ontroerende, onwaarschijnlijkste, gekste, maar altijd waargebeurde verhalen uit de kunstgeschiedenis worden nu gebundeld in Verfstreken.
Bert Voskuil werkte als journalist voor Libelle en Nieuwe Revu. Hij is auteur van verschillende boeken, w.o. Achter tralies, jarenlang het meest uitgeleende boek in de gevangenisbibliotheken. In zijn vrije tijd is Bert Voskuil een frequent museumbezoeker.