Het staat de landen van het Koninkrijk der Nederlanden vrij zelf de inhoud van het bestuursrecht en bestuursprocesrecht te bepalen. Gebruikmakend van die vrijheid hebben het land Aruba en het voormalige land de Nederlandse Antillen beide een eigen landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) vastgesteld. Zij hebben zich daarbij laten inspireren door Nederlandse wetgeving maar die niet integraal overgenomen.
In dit proefschrift wordt de totstandkomingsgeschiedenis en toepassing van beide landsverordeningen onderzocht. Daarbij wordt inmiddels onder beide landsverordeningen gevormde jurisprudentie uitgebreid beschreven en geanalyseerd. Aan de hand daarvan wordt de vraag beantwoord of de rechter bij toepassing van uit Nederlandse wetgeving overgenomen bepalingen ook rekening houdt en dient te houden met door de Nederlandse rechter tot stand gebrachte jurisprudentie. Daarnaast wordt stilgestaan bij de verschillen tussen de Arubaanse en de Nederlands-Antilliaanse landsverordening. Ook de ontwikkelingen na de staatkundige hervormingen van 10 oktober 2010 krijgen aandacht, waaronder de afkondiging van een wet administratieve rechtspraak voor de BES-eilanden.