De hedendaagse literatuur en literatuurbeschouwing zijn teveel losgezongen van de buitenwereld, zo luidt een veelgehoorde klacht. Maatschappelijk betrokken, geëngageerde literatuur lijkt daarmee iets van het verleden. De oorzaak van deze situatie zou liggen in autonomie die schrijvers en critici vanaf de romantiek voor de literatuur hebben opgeëist. Deze studie maakt aannemelijk dat het debat tussen verdedigers van 'autonomie' en die van 'engagement' van meet af aan in een impasse verkeert. Sinds de romantiek ontbreekt het ons namelijk aan een overkoepelend paradigma om literatuur te begrijpen. Hoewel we literatuur nog steeds in romantische termen beschrijven, hebben veranderde opvattingen over het individu, zijn gesitueerdheid en zijn verhouding tot waarheid de grond onder het romantische paradigma weggeslagen - zonder deze te vervangen door een andere. Willen we de maatschappelijke functie van hedendaagse literatuur begrijpen, dan zullen we dus een hedendaags alternatief moeten vinden voor het romantische paradigma. Deze studie biedt daarom niet alleen een historisch-conceptuele analyse van het debat over de maatschappelijke functie van literatuur, maar ook de aanzet tot een paradigmawisseling. De auteur pleit voor een hedendaags 'relationeel' paradigma waarin romantische concepten als individualiteit en ongedeeldheid worden vervangen door die van relationaliteit en deelname.