Halverwege de jaren negentig begint zijn opmars binnen de overheidscommunicatie. Hij is een veelgevraagd spreker en wordt als adviseur ingehuurd bij tal van ministeries en ontelbare gemeenten. Het is de tijd van het ongebreidelde neoliberale optimisme. Overheidswerk wordt naar de vrije markt overgeheveld en overheidsorganisaties moeten als bedrijven gaan werken. (...) Hij is de grote pleitbezorger geweest om overheidsorganisaties op eenzelfde wijze te laten communiceren als in het bedrijfsleven gebruikelijk is. Zijn credo: 'Leer de succesvolle lessen van uw collega's uit de reclame en promotie en vertaal die naar het ''sellen'' van het beleid en het op de kaart zetten van jullie organisaties en bewindslieden.' (...) Allemaal vanuit de gedachte dat stevige regie op reputatie en beeldvorming tot zichtbaarheid en vertrouwen leidt en zo tot acceptatie van overheidsbeleid door de burgers. Veel overheidsorganisaties volgen zijn adviezen op en zo verwerft hij de naam en faam waarmee hij tot op de dag van vandaag zijn voordeel heeft gedaan.