Samen met mijn man en onze twee dochtertjes, Lena en Mieke, woonde ik in een klein dorpje in Friesland toen een derde kindje ter sprake kwam. We genoten volop van het ouderschap en hadden zowel in ons huis als in ons hart nog een kamertje vrij. Al snel was ik zwanger van ons derde kindje. Of we er een zoon of een dochter bij zouden krijgen, maakte ons niet uit. Als het maar gezond zou zijn. Maar toen Kiera op 26 maart 2009 werd geboren, was ze allesbehalve gezond.
Kiera bleek besmet te zijn met het cytomegalievirus, CMV. Dit virus tast het gehoor, het zicht en het zenuwstelsel aan. Ze zou zowel verstandelijk als motorisch beperkingen hebben. Na haar geboorte zat Anna vol vragen en onzekerheden, maar niemand kon vertellen wat hen als gezin te wachten stond. Niemand leert je moeder te worden van een gehandicapt kindje. Verder dan 'Het eerste jaar wordt spannend' kwam de kinderarts niet. De eerste vier jaar waren enorm zwaar. Steeds gebeurde er weer iets waardoor ze opnieuw moesten beginnen.
Met dit boek hoopt Anna steun te bieden aan ouders die aan het begin staan van een soortgelijk proces. Die eerste schok als je te horen krijgt dat je kindje niet gezond is, is als een soort rouwproces. Je neemt stukje bij beetje afscheid van het gezonde kindje dat je dacht te krijgen en leert te houden van het kindje dat in je schoot ligt. Je zult leren vechten als een tijger, zo schrijft ze.
Een bijzonder, authentiek verhaal, geschreven vanuit een bezorgd en warm moederhart.