Lieneke van der Kwaak komt uit een bijzondere familie. Ze voelde zich altijd al anders dan haar ouders, omdat ze zowel uiterlijk als innerlijk helemaal niet op hen leek. Op het moment dat ze een handtekening wilde halen om in ondertrouw te gaan, werd haar plotseling duidelijk wat er aan de hand was. Het was druk voor het loket bij het gemeentehuis in Alphen aan de Rijn. Toen ze uiteindelijk aan de beurt was, keek de ambtenaar haar onnozel aan en zei: Deze formulieren zijn niet door de juiste persoon ondertekend. Lieneke wees op de handtekeningen van haar ouders en vroeg de man geïrriteerd gewoon zijn werk te doen. Ze was al zo laat en dan ook nog dat gehannes. Hij deed het hekje open en nodigde haar in zijn kantoortje uit. Hij had verbijsterend nieuws voor haar. De mensen die ze altijd als haar ouders had gezien bleken haar als pleegdochter te hebben aangenomen.Lieneke ging op zoek naar haar echte moeder en kwam uiteindelijk in contact met een Friese vrouw die acht kinderen op de wereld had gezet, van zes verschillende mannen, die ze allemaal had afgestaan. Een nieuwe zoektocht begon: naar haar halfbroers en zusters maar vooral naar haar vader. Met hulp van archieven, Tresoar, de Leeuwarder Courant en stadshistoricus Hendrik ten Hoeve, die haar op het spoor zette van een verwaarloosd woonarkje in de Bonkevaart. Zo kwam ze stukje bij beetje meer aan de weet, al blijft heel veel nog steeds in raadselen gehuld. In dit boek doet ze op aangrijpende en openhartige wijze verslag van haar zoektocht. Ze vertelt ook over de ravijnen en klippen in haar eigen leven, over haar moeizame relaties, over het overlijden van haar zoon. Haar verhaal boeit mateloos en laat behalve een stuk lokale Friese geschiedenis met bekende Leeuwarder namen als Van den Brink en Feddema ook de kracht zien van een vrouw die staande blijft in alle stormen van haar bestaan. Haar moed, haar openheid en haar onverzettelijkheid dwingen bewondering en respect af.